Maandag: Je bent onderweg naar de familie, naar twee zussen. Vannacht is hun moeder in haar slaap overleden. Samen met je collega rijd je naar het opgegeven adres. Het is een mooi oud huis met een kleine verzorgde tuin. Je belt aan en één van de zussen doet open. Je stelt je voor en loopt mee naar de slaapkamer waar moeder ligt. Je legt moeder respectvol op de brancard en brengt haar samen met je collega naar de rouwauto. Je hebt met de familie afgesproken dat de verzorging in ons Uitvaartcentrum plaatsvindt. Met de beide zussen vlak achter jullie aan brengen jullie moeder naar het uitvaartcentrum. De zussen hebben moeders lievelingsjurk meegenomen en samen kleed je moeder aan, verzorgt haar make-up en kapsel en legt haar respectvol in de gekozen uitvaartkist. De zussen bedanken je dat hun moeder er zo mooi uitziet.
Dinsdag: Er staat een condoleance gepland. Je ontvangt de belangstellenden en wijst ze waar zij het condoleanceregister kunnen tekenen. Je maakt een praatje met ze om de spanning een beetje weg te nemen en stelt ze gerust. Jij zorgt voor een warm welkom. De deuren van de aula worden geopend. Kennissen, collega’s en bekenden condoleren de familie en nemen daarna plaats in de koffiekamer. Je zorgt ervoor dat de gasten snel bediend kunnen worden en het hen aan niets ontbreekt. En dat is meer dan een kopje koffie en cake! Een goed glas wijn, bier of borrelgarnituur: je verzorgt de wens van de familie. Daarna verlaten de eerste bezoekers het pand. Je wenst ze een wel thuis en ruimt de kopjes en bordjes op. Je blaast alle kaarsjes uit en zorgt ervoor dat de koffiekamer weer gereed is voor de volgende dag. Na het opruimen loop je een rondje door het uitvaartcentrum en in de gang kom je de zussen van gisteren tegen die je nogmaals bedanken voor de fijne, keurige verzorging van hun moeder.
Dat is precies de reden dat je Medewerker Uitvaart bent geworden. Voor iedereen een afscheid met een goed gevoel.

Please refer the Job description for details